Vertaling van doen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
mettere
ponere

wij doen
jullie doen
zij doen

noi mettiamo
voi/Voi mettete
loro/Loro mettono
» meer vervoegingen van mettere

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.
L’Unione europea viene posta in essere allo scopo di mettere fine alle guerre frequenti e sanguinose tra paesi vicini, culminate nella seconda guerra mondiale.
handelen, ageren, doen, bezig zijn, optreden, te werk gaan {ww.}
agire

wij doen
jullie doen
zij doen

noi agiamo
voi/Voi agite
loro/Loro agiscono
» meer vervoegingen van agire

We moeten snel handelen.
Dobbiamo agire rapidamente.
optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
agire

wij doen
jullie doen
zij doen

noi agiamo
voi/Voi agite
loro/Loro agiscono
» meer vervoegingen van agire

maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
fare
commettere

wij doen
jullie doen
zij doen

noi facciamo
voi/Voi fate
loro/Loro fanno
» meer vervoegingen van fare

Hij is bang fouten te maken.
Ha paura di commettere errori.
Wat moet ik doen?
Cosa devo fare?
tussenkomen, optreden, ageren, doen, bezig zijn, handelen, te werk gaan {ww.}
agire

wij doen
jullie doen
zij doen

noi agiamo
voi/Voi agite
loro/Loro agiscono
» meer vervoegingen van agire



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Wat moet ik doen?

Cosa devo fare?

Wat wil je doen?

Cosa vuole fare?

Niet doen, Sam!

Sam, no!

Ge moet uw best doen.

Dovete fare del vostro meglio.

We moeten iets doen, Tom.

Tom, dobbiamo fare qualcosa.

Laat hem het alleen doen.

Lascia che si arrangi.

Kan je dat opnieuw doen?

Puoi farlo di nuovo?

Ze doen het elke week.

Loro lo fanno ogni settimana.

En wat doen we nou?

E ora cosa facciamo?

We hebben veel te doen.

Noi abbiamo molte cose da fare.

Wat ben je aan het doen?

Cosa fai?

We zouden iets dan dit gaan doen.

Dobbiamo fare una roba così!

Ik moet morgen een hoop werk doen.

Ho un sacco di lavoro da fare domani.

Er blijft nog veel te doen.

Rimane ancora molto da fare.

Ik zal alles voor u doen.

Farò qualsiasi cosa per lei.


Gerelateerd aan doen

leggen - steken - plaatsen - stellen - stoppen - zetten - handelen - ageren - bezig zijn - optreden - te werk gaan - maken - aanmaken - bedrijven - uitbrengenhandelen