Vertaling van echtgenoot
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
echtgenoot , man , gemaal {zn.}
marito
sposo
sposo
Ze haatte haar echtgenoot.
Odiava suo marito.
Geef me mijn man terug!
Ridammi mio marito!
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ze haatte haar echtgenoot.
Odiava suo marito.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Lui sarà un bravo marito.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Lui sarà un bravo marito.
Ze had haar echtgenoot niet graag.
Lei disprezzava il marito.
Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.
Amerà suo marito per sempre.