Vertaling van fruit

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
bakken, fruiten {ww.}
friggere

ik fruit
jij fruit
hij/zij/het fruit

io friggo
tu friggi
lui/lei/Lei frigge
» meer vervoegingen van friggere



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Hij verkoopt fruit.

Lui vende frutta.

Wij hebben enkel rijp fruit verzameld.

Noi abbiamo raccolto solo frutta matura.

Vers fruit is goed voor je gezondheid.

La frutta fresca fa bene alla salute.

Wat voor soort fruit wil je?

Che tipo di frutto volete?

Mijn vader eet niet veel fruit.

Mio padre non mangia molta frutta.

We stopten het fruit en de groenten in zakken.

Abbiamo imbustato la frutta e la verdura.

Ik hou van fruit zoals druiven en perziken.

Mi piace la frutta come l'uva e le pesche.


Gerelateerd aan fruit

bakken - fruiten