Vertaling van ga
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
sonare
ik ga
io suono
» meer vervoegingen van sonare
gaan, karren, rijden, varen {ww.}
camminare
ik ga
io cammino
» meer vervoegingen van camminare
gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}
andare
camminare
camminare
ik ga
io vado
» meer vervoegingen van andare
Je moet gaan.
Devi andare.
Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.
Ho dovuto camminare perché non c'erano taxi.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ik ga.
Ho intenzione di andare.
Ga slapen.
Andate a dormire.
Ga Mary wakker maken.
Vada a svegliare Mary.
Ga naar school.
Vai a scuola.
Ik ga Duits studeren.
Io studierò il tedesco.
Ga je dan niet?
Non andrà?
Nee, ga zitten.
No, si sieda.
Ik ga niet terug.
Non ritornerò.
Ik ga naar school.
Io vado a scuola.
Natuurlijk ga ik.
Ovviamente andrò.
Ik ga hem neerschieten.
Gli sparo.
Waar ga je heen?
Dove siete dirette?
Ga door met werken!
Continui il suo lavoro.
Ik ga terug.
Io sto tornando indietro.
Ik ga naar de dokter.
Sto andando dal medico.