Vertaling van ontmoet

Inhoud:

Nederlands

Italiaans

aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen {ww.}

incontrare

ik ontmoet
jij ontmoet
hij/zij/het ontmoet

io incontro
tu incontri
lui/lei/Lei incontra
» meer vervoegingen van incontrare

Mijn oude vriend ontmoeten was erg aangenaam.

Incontrare il mio vecchio amico è stato molto piacevole.

Ken ging naar het park om Yumi te ontmoeten.

Ken è andato al parco per incontrare Yumi.

Nederlands

Italiaans

Ik heb Ken gisteren ontmoet.

Ho conosciuto Ken ieri.

Ik heb uw vriend ontmoet.

Ho incontrato il tuo amico.

Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?

L'ha incontrato recentemente?

Ik heb hem een keer ontmoet.

Lo incontrai una volta.

Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.

L'ho conosciuta durante il mio soggiorno in Messico.

Ik heb hem vorig jaar op een feestje ontmoet.

L'ho conosciuto l'anno scorso ad una festa.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

Mi ricordo di averlo incontrato a Parigi.

Leuk je te hebben ontmoet!

Piacere di averti conosciuto!

Herinner je je de dag nog dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben?

Ti ricordi il giorno in cui ci siamo incontrati la prima volta?