Vertaling van over

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
heen, over, vandoor, verwijderd, voort, weg {bw.}
lontano
aan de overkant van, over, overheen, over ... heen {vz.}
attraverso
aan, achter, na, na verloop van, over {vz.}
dietro
dopo
aan, boven, over {vz.}
sopra


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Ze spraken over liefde.

Hanno parlato di amore.

Steek de straat over.

Attraversate la strada.

Italianen praten zelden over politiek.

Gli italiani parlano raramente di politica.

Dit boek gaat over China.

Questo libro tratta della Cina.

Tom stak de straat over.

Tom attraversò la strada.

Over een week of twee.

In circa due settimane.

Waar gaat dit boek over?

Di che parla il libro?

Zij lachten over zijn fout.

Loro risero del suo errore.

Wat weet je over Tom?

Cosa sai su Tom?

Ik weet niets over Japan.

Non conosco niente sul Giappone.

Waar heb je het over?

Di cosa parli?

Waar hebben jullie over gesproken?

Di che avete parlato?

Over wie heb je het?

Di chi sta parlando?

Denk er eens over na.

Ci pensi.

Hij weet niet veel over Japan.

Lui non sa molto del Giappone.


Gerelateerd aan over

heen - vandoor - verwijderd - voort - weg - aan de overkant van - overheen - over ... heen - aan - achter - na - na verloop van - boven