Vertaling van roken
wij roken
jullie roken
zij roken
noi fumiamo
voi/Voi fumate
loro/Loro fumano
» meer vervoegingen van fumare
wij roken
jullie roken
zij roken
noi sentivamo
voi/Voi sentivate
loro/Loro sentivano
» meer vervoegingen van sentire
Voorbeelden in zinsverband
Roken is toegestaan.
Fumare è permesso.
Ge moet stoppen met roken.
Devi smettere di fumare.
Hij is gestopt met roken.
Smise di fumare.
Ze is gestopt met roken.
Ha smesso di fumare.
Hij is gestopt met roken.
Smise di fumare.
Ik ben gestopt met roken.
Ho smesso di fumare.
Hij besliste te stoppen met roken.
Decise di smettere di fumare.
Ik ben gestopt met roken en drinken.
Io smisi di fumare e di bere.
Hij stopte met roken vorig jaar.
Lui ha smesso di fumare l'anno scorso.
Je zou beter stoppen met roken.
Farebbe meglio a smettere di fumare.
Ik ben twee maanden geleden gestopt met roken.
Ho smesso di fumare sei mesi fa.
Zijn dokter raadde hem aan te stoppen met roken.
Il suo dottore gli consigliò di smettere di fumare.
Ik ben twee maanden geleden gestopt met roken.
Ho smesso di fumare sei mesi fa.
De dokter heeft mij gezegd dat ik moest stoppen met roken.
Il dottore mi disse di smettere di fumare.