Vertaling van uitmaken

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
beslissen, besluiten, uitmaken, zich voornemen {ww.}
decidere

ik zal uitmaken
jij zult uitmaken
hij/zij/het zal uitmaken

io deciderò
tu deciderai
lui/lei/Lei deciderà
» meer vervoegingen van decidere

We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
Noi troviamo difficile decidere quale comprare.
Het is aan jou om te besluiten wat te doen.
Sta a lei decidere cosa fare.
afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, voleindigen {ww.}
terminare
finire

ik zal uitmaken
jij zult uitmaken
hij/zij/het zal uitmaken

io terminerò
tu terminerai
lui/lei/Lei terminerà
» meer vervoegingen van terminare

blussen, doven, uitblussen, uitdoen, uitdoven, uitmaken {ww.}
spegnere
spengere

ik zal uitmaken
jij zult uitmaken
hij/zij/het zal uitmaken

io spegnerò
tu spegnerai
lui/lei/Lei spegnerà
» meer vervoegingen van spegnere

Kan je het licht uitdoen?
Potreste spegnere le luci?
afschaffen, elimineren, opdoeken, uitmaken, verwijderen, wegdoen {ww.}
abolire

ik zal uitmaken
jij zult uitmaken
hij/zij/het zal uitmaken

io abolirò
tu abolirai
lui/lei/Lei abolirà
» meer vervoegingen van abolire