Vertaling van vrouw
Voorbeelden in zinsverband
Wie is deze vrouw?
Chi è questa donna?
Mijn vrouw is arts.
Mia moglie è medico.
Zijn vrouw is Franse.
Sua moglie è francese.
De mooie vrouw is vriendelijk.
La bella donna è gentile.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
Mia moglie ama la torta alle mele.
Mijn vrouw is een vegetariër.
Mia moglie è vegetariana.
Zijn vrouw komt uit Californië.
Sua moglie viene dalla California.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Ho sentito una donna gridare.
De vrouw is bijna doof.
La donna è quasi sorda.
De vrouw is aan het lezen.
La donna sta leggendo.
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
Sua figlia è diventata una bella donna.
Zij is de vrouw van Alain.
Lei è la moglie di Alain.
Hoe gaat het met je vrouw?
Come sta tua moglie?
Hoe gaat het met je vrouw?
Come sta tua moglie?
Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.
Gli estremisti hanno rapito la moglie del presidente.