Vertaling van wanneer
Voorbeelden in zinsverband
Wanneer kunnen we eten?
Quando possiamo mangiare?
Wanneer zijn jullie geboren?
Quando sei nato?
Wanneer vertrekt ge?
Quando partirà?
Weet je, wanneer ze komt?
Lei sa quando verrà?
Wanneer komt het u uit?
Quando sarebbe conveniente per lei?
Wanneer werd deze roman uitgegeven?
Quando è stato pubblicato questo romanzo?
Wanneer was je ermee klaar?
Quando l'hai finito?
Kom wanneer het je uitkomt.
Venite quando vi va.
Wanneer heb je leren zwemmen?
Quando avete imparato a nuotare?
Wanneer is de aardappel ingevoerd in Japan?
Quando venne introdotta la patata in Giappone?
Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
Quando vi siete trasferite a Berlino?
IJs wordt water wanneer het smelt.
Quando il ghiaccio si scioglie, diventa acqua.
Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
Quando siete tornati da Londra?
Wanneer is de aardappel ingevoerd in Japan?
Quando venne introdotta la patata in Giappone?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Quando sarà pronta a partire?