Vertaling van zomer
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
zomer, zomertijd {zn.}
estate
Waar wil je van de zomer heen gaan?
Dove vuoi andare questa estate?
Volgende zomer wil ik naar Hawaï.
La prossima estate voglio andare alle Hawaii.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
De zomer is voorbij.
L'estate è finita.
In de zomer worden eieren rap slecht.
D'estate le uova vanno presto a male.
Volgende zomer wil ik naar Hawaï.
La prossima estate voglio andare alle Hawaii.
Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.
La scorsa estate siamo andati a Hokkaido.
De zomer is mijn favoriete seizoen.
L'estate è la stagione che preferisco in assoluto.
De lente is voorbij en de zomer begint.
La primavera è passata e comincia l'estate.
Waar wil je van de zomer heen gaan?
Dove vuoi andare questa estate?
Het is hier erg warm in de zomer.
Fa davvero caldo qui d'estate.
Die vogels bouwen in de zomer hun nest en vliegen in de winter naar het zuiden.
Quegli uccelli costruiscono il loro nido d'estate e volano verso sud d'inverno.