Vertaling van affiliëren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
affiliëren, aannemen {ww.}
affiliëren
aannemen {ww.}
aannemen {ww.}
ik neem aan
jij neemt aan
hij/zij/het neemt aan
ik affilieer
jij affilieert
hij/zij/het affilieert
» meer vervoegingen van affiliëren