Vertaling van afkeer
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
hekel, antipathie , afkeer {zn.}
hekel
antipathie
afkeer {zn.}
antipathie
afkeer {zn.}
Ik heb een hekel aan maandagen.
Ik heb een hekel aan maandagen.
Ze heeft een hekel aan wortels.
Ze heeft een hekel aan wortels.
weerzin, walg, weeheid , walging , misselijkheid , afkeer {zn.}
weerzin
walg
weeheid
walging
misselijkheid
afkeer {zn.}
walg
weeheid
walging
misselijkheid
afkeer {zn.}
weerstand , weerzin , tegenzin , degoût, degôut, aversie , afkeer {zn.}
weerstand
weerzin
tegenzin
degoût
degôut
aversie
afkeer {zn.}
weerzin
tegenzin
degoût
degôut
aversie
afkeer {zn.}
Weerstand is nutteloos.
Weerstand is nutteloos.
Ongetwijfeld was men zich terdege bewust van lokale weerstand en financiële tekorten.
Ongetwijfeld was men zich terdege bewust van lokale weerstand en financiële tekorten.