Vertaling van aftakking

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
aftakking [v] {zn.}
aftakking [v] {zn.}
shunt, aftakking [v] {zn.}
shunt
aftakking [v] {zn.}
vork [m] (de ~), wegsplitsing, aftakking, splitsing [v] (de ~), tweesprong [m] (de ~) {zn.}
vork [m] (de ~)
wegsplitsing
aftakking
splitsing [v] (de ~)
tweesprong [m] (de ~) {zn.}
Er ontbreekt een vork.
Er ontbreekt een vork.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
arm [m] (de ~), aftakking [v] (de ~), zijtak [m] (de ~) {zn.}
arm [m] (de ~)
aftakking [v] (de ~)
zijtak [m] (de ~) {zn.}
Ik zag hen arm in arm lopen.
Ik zag hen arm in arm lopen.
Laat mijn arm los!
Laat mijn arm los!


Gerelateerd aan aftakking

shunt - vork - wegsplitsing - splitsing - tweesprong - arm - zijtakkruising - vertakking