Vertaling van afvoeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
afvoeren {ww.}
afvoeren {ww.}
ik zal afvoeren
jij zult afvoeren
hij/zij/het zal afvoeren
ik zal afvoeren
jij zult afvoeren
hij/zij/het zal afvoeren
» meer vervoegingen van afvoeren
lozen, afvoeren {ww.}
lozen
afvoeren {ww.}
afvoeren {ww.}
ik zal afvoeren
jij zult afvoeren
hij/zij/het zal afvoeren
ik zal lozen
jij zult lozen
hij/zij/het zal lozen
» meer vervoegingen van lozen
afvoer , loospijp, afvoerleiding, afvoerpijp , afvoerbuis {zn.}
afvoer
loospijp
afvoerleiding
afvoerpijp
afvoerbuis {zn.}
loospijp
afvoerleiding
afvoerpijp
afvoerbuis {zn.}
Ik haat het als haar de afvoer verstopt.
Ik haat het als haar de afvoer verstopt.