Vertaling van annexeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
annexeren {ww.}
annexeren {ww.}
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
» meer vervoegingen van annexeren
annexeren, toe-eigenen, toeëigenen {ww.}
annexeren
toe-eigenen
toeëigenen {ww.}
toe-eigenen
toeëigenen {ww.}
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
» meer vervoegingen van annexeren
annexeren, usurperen, inlijven {ww.}
annexeren
usurperen
inlijven {ww.}
usurperen
inlijven {ww.}
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
ik annexeer
jij annexeert
hij/zij/het annexeert
» meer vervoegingen van annexeren