Vertaling van begunstiging
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gunst, genadigheid , begunstiging {zn.}
gunst
genadigheid
begunstiging {zn.}
genadigheid
begunstiging {zn.}
Ik zou je graag om een gunst vragen.
Ik zou je graag om een gunst vragen.
Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.
Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.
bescherming , toeverlaat, begunstiging {zn.}
bescherming
toeverlaat
begunstiging {zn.}
toeverlaat
begunstiging {zn.}
Iedereen heeft recht op arbeid, op vrije beroepskeuze, op goede en rechtvaardige werkvoorwaarden, en op bescherming tegen werkloosheid.
Iedereen heeft recht op arbeid, op vrije beroepskeuze, op goede en rechtvaardige werkvoorwaarden, en op bescherming tegen werkloosheid.
begunstiging, voortrekkerij, bevoordeling {zn.}
begunstiging
voortrekkerij
bevoordeling {zn.}
voortrekkerij
bevoordeling {zn.}