Vertaling van belachelijk
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
belachelijk, gek, lachwekkend, mal, ridicuul, zot {bn.}
belachelijk
gek
lachwekkend
mal
ridicuul
zot {bn.}
gek
lachwekkend
mal
ridicuul
zot {bn.}
belachelijk, grotesk, ridicuul, onmogelijk, absurd, dwaas, ongerijmd, onzinnig, zinneloos, zot {bn.}
belachelijk
grotesk
ridicuul
onmogelijk
absurd
dwaas
ongerijmd
onzinnig
zinneloos
zot {bn.}
grotesk
ridicuul
onmogelijk
absurd
dwaas
ongerijmd
onzinnig
zinneloos
zot {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Het begint belachelijk te worden.
Het begint belachelijk te worden.
Zo'n belachelijk bijgeloof bestaat niet meer.
Zo'n belachelijk bijgeloof bestaat niet meer.
"Maar dat is belachelijk!" protesteerde Dima. "Kopeken worden al tijden niet meer gebruikt! En 0,99 is niet eens een natuurlijk getal!"
"Maar dat is belachelijk!" protesteerde Dima. "Kopeken worden al tijden niet meer gebruikt! En 0,99 is niet eens een natuurlijk getal!"