Vertaling van bezitloos

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
armlastig, behoeftig, bezitloos, minvermogend, onbemiddeld, onvermogend, armoedig, arm {bn.}
armlastig
behoeftig
bezitloos
minvermogend
onbemiddeld
onvermogend
armoedig
arm {bn.}


Gerelateerd aan bezitloos

armlastig - behoeftig - minvermogend - onbemiddeld - onvermogend - armoedig - arm