Vertaling van beïnvloeden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
invloed hebben op, beïnvloeden {ww.}
invloed hebben op
beïnvloeden {ww.}
beïnvloeden {ww.}
ik beïnvloed
jij beïnvloedt
hij/zij/het beïnvloedt
ik beïnvloed
jij beïnvloedt
hij/zij/het beïnvloedt
» meer vervoegingen van beïnvloeden
influenceren, beïnvloeden, doorwerken {ww.}
influenceren
beïnvloeden
doorwerken {ww.}
beïnvloeden
doorwerken {ww.}
ik beïnvloed
jij beïnvloedt
hij/zij/het beïnvloedt
ik influenceer
jij influenceert
hij/zij/het influenceert
» meer vervoegingen van influenceren