Vertaling van bijeenkomst

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bijeenkomst [v] (de ~), samenkomst, samenzijn [o] (het ~), bijeenzijn {zn.}
bijeenkomst [v] (de ~)
samenkomst
samenzijn [o] (het ~)
bijeenzijn {zn.}
Komt u naar de bijeenkomst?
Komt u naar de bijeenkomst?
Tom vergat bijna de bijeenkomst.
Tom vergat bijna de bijeenkomst.
vergadering [v], bijeenkomst [v], samenkomst, meeting [v] {zn.}
vergadering [v]
bijeenkomst [v]
samenkomst
meeting [v] {zn.}
Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.
Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.
Leg een datum vast voor de bijeenkomst.
Leg een datum vast voor de bijeenkomst.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Komt u naar de bijeenkomst?

Komt u naar de bijeenkomst?

Tom vergat bijna de bijeenkomst.

Tom vergat bijna de bijeenkomst.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Leg een datum vast voor de bijeenkomst.

Leg een datum vast voor de bijeenkomst.

Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?

Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?

De bijeenkomst zal gehouden worden, ongeacht het weer.

De bijeenkomst zal gehouden worden, ongeacht het weer.

Als het mogelijk is, zou ik willen dat u deelneemt aan de volgende bijeenkomst.

Als het mogelijk is, zou ik willen dat u deelneemt aan de volgende bijeenkomst.

Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.

Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.

De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.

De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.


Gerelateerd aan bijeenkomst

samenkomst - samenzijn - bijeenzijn - vergadering - meetinghandeling