Vertaling van bluts
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bluts {zn.}
bluts {zn.}
bluts , buts , deuk {zn.}
bluts
buts
deuk {zn.}
buts
deuk {zn.}
kneuzen, blutsen {ww.}
kneuzen
blutsen {ww.}
blutsen {ww.}
ik bluts
jij blutst
hij/zij/het blutst
ik kneus
jij kneust
hij/zij/het kneust
» meer vervoegingen van kneuzen
indeuken, blutsen, butsen, deuken {ww.}
indeuken
blutsen
butsen
deuken {ww.}
blutsen
butsen
deuken {ww.}
ik bluts
jij blutst
hij/zij/het blutst
ik deuk in
jij deukt in
hij/zij/het deukt in
» meer vervoegingen van indeuken