Vertaling van boterham
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
boterham {zn.}
boterham {zn.}
Zij eten een boterham.
Zij eten een boterham.
Hij verdient zijn boterham.
Hij verdient zijn boterham.
boterham, broodmaaltijd {zn.}
boterham
broodmaaltijd {zn.}
broodmaaltijd {zn.}
Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.
Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.
boterham {zn.}
boterham {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Zij eten een boterham.
Zij eten een boterham.
Hij verdient zijn boterham.
Hij verdient zijn boterham.
Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.
Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.