Vertaling van carpoolen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
poolen, carpoolen {ww.}
poolen
carpoolen {ww.}

ik carpool
jij carpoolt
hij/zij/het carpoolt

ik pool
jij poolt
hij/zij/het poolt
» meer vervoegingen van poolen



Gerelateerd aan carpoolen

poolenmeerijden