Vertaling van deugen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
geschikt zijn, deugen {ww.}
geschikt zijn
deugen {ww.}

ik deug
jij deugt
hij/zij/het deugt

ik deug
jij deugt
hij/zij/het deugt
» meer vervoegingen van deugen

deugen {bn.}
deugen {bn.}
deugen {bn.}
deugen {bn.}


Gerelateerd aan deugen

geschikt zijntevredenstellen