Vertaling van flatteren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
flatteren {ww.}
flatteren {ww.}
ik flatteer
jij flatteert
hij/zij/het flatteert
ik flatteer
jij flatteert
hij/zij/het flatteert
» meer vervoegingen van flatteren
vermooien, opwerken, verfraaien, flatteren {ww.}
vermooien
opwerken
verfraaien
flatteren {ww.}
opwerken
verfraaien
flatteren {ww.}
ik flatteer
jij flatteert
hij/zij/het flatteert
ik vermooi
jij vermooit
hij/zij/het vermooit
» meer vervoegingen van vermooien
opsieren, flatteren, opsmukken {ww.}
opsieren
flatteren
opsmukken {ww.}
flatteren
opsmukken {ww.}
ik flatteer
jij flatteert
hij/zij/het flatteert
ik sier op
jij siert op
hij/zij/het siert op
» meer vervoegingen van opsieren