Vertaling van gebiesd
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gebiesd, biezen {ww.}
gebiesd
biezen {ww.}
biezen {ww.}
ik heb gebiesd
jij hebt gebiesd
hij/zij/het heeft gebiesd
ik heb gebiesd
jij hebt gebiesd
hij/zij/het heeft gebiesd
» meer vervoegingen van biezen