Vertaling van gitaar

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gitaar {zn.}
gitaar {zn.}
Hij speelt goed gitaar.
Hij speelt goed gitaar.
Ken heeft een gitaar.
Ken heeft een gitaar.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij speelt goed gitaar.

Hij speelt goed gitaar.

Ken heeft een gitaar.

Ken heeft een gitaar.

Jon kan geen gitaar spelen.

Jon kan geen gitaar spelen.

Mijn hobby is gitaar spelen.

Mijn hobby is gitaar spelen.

Jon kan geen gitaar spelen.

Jon kan geen gitaar spelen.

Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

Vraag Tom zijn gitaar mee te nemen.

Vraag Tom zijn gitaar mee te nemen.

Ik wil dat ge gitaar speelt voor mij.

Ik wil dat ge gitaar speelt voor mij.

Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.

Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.

Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.

Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.

Als die gitaar niet zo duur zou zijn, zou ik ze kopen.

Als die gitaar niet zo duur zou zijn, zou ik ze kopen.