Vertaling van gloren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gloren {ww.}
gloren {ww.}
hij/zij/het gloort
zij gloren
hij/zij/het gloort
zij gloren
» meer vervoegingen van gloren
flitsen, gloren, flikkeren {ww.}
flitsen
gloren
flikkeren {ww.}
gloren
flikkeren {ww.}
ik flikker
jij flikkert
hij/zij/het flikkert
ik flits
jij flitst
hij/zij/het flitst
» meer vervoegingen van flitsen