Vertaling van graag

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gaarne, graag, met genoegen {bw.}
gaarne
graag
met genoegen {bw.}
graag {bw.}
graag {bw.}
begerig, belust, graag, gretig, happig, smachtend, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
begerig
belust
graag
gretig
happig
smachtend
bijtend
doordringend
fel
guur
schel
scherp
schril
snerpend {bn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ja, graag.

Ja, graag.

Maria kijkt graag TV.

Maria kijkt graag TV.

Hij zwemt graag.

Hij zwemt graag.

We zouden graag helpen.

We zouden graag helpen.

Zing je graag?

Zing je graag?

Mijn kamersleutel graag.

Mijn kamersleutel graag.

Europeanen drinken graag wijn.

Europeanen drinken graag wijn.

Ik ben graag alleen.

Ik ben graag alleen.

Hij vecht niet graag.

Hij vecht niet graag.

"Bedankt." "Graag gedaan."

"Bedankt." "Graag gedaan."

Hij speelde graag honkbal.

Hij speelde graag honkbal.

Ik zou graag meekomen.

Ik zou graag meekomen.

Ik heb graag sushi.

Ik heb graag sushi.

Ik schrijf graag gedichten.

Ik schrijf graag gedichten.

Ze leest graag boeken.

Ze leest graag boeken.


Gerelateerd aan graag

gaarne - met genoegen - begerig - belust - gretig - happig - smachtend - bijtend - doordringend - fel - guur - schel - scherp - schril - snerpend