Vertaling van grappig
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
grappig, lachwekkend {bn.}
grappig
lachwekkend {bn.}
lachwekkend {bn.}
grappig, koddig, komisch, moppig {bn.}
grappig
koddig
komisch
moppig {bn.}
koddig
komisch
moppig {bn.}
grappig {bw.}
grappig {bw.}
grappig {bn.}
grappig {bn.}
grappig, komisch, leuk, dol, hilarisch {bn.}
grappig
komisch
leuk
dol
hilarisch {bn.}
komisch
leuk
dol
hilarisch {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Dit is niet grappig.
Dit is niet grappig.
Dit is niet grappig.
Dit is niet grappig.
Je bent een grappig meisje.
Je bent een grappig meisje.
De clown trok een grappig gezicht.
De clown trok een grappig gezicht.
Zijn hoed zag er heel grappig uit.
Zijn hoed zag er heel grappig uit.
Hij is grappig
Hij is grappig
I snap echt niet wat er zo grappig is.
I snap echt niet wat er zo grappig is.
Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.
Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.