Vertaling van gruizelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gruizelen, afbrokkelen {ww.}
gruizelen
afbrokkelen {ww.}

hij/zij/het brokkelt af
zij brokkelen af
ik gruizel

hij/zij/het gruizelt
zij gruizelen
ik gruizel
» meer vervoegingen van gruizelen

kleinmaken, gruizelen {ww.}
kleinmaken
gruizelen {ww.}

ik gruizel
jij gruizelt
hij/zij/het gruizelt

ik maak klein
jij maakt klein
hij/zij/het maakt klein
» meer vervoegingen van kleinmaken



Gerelateerd aan gruizelen

afbrokkelen - kleinmaken