Vertaling van ijdelheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ijdelheid [v] {zn.}
ijdelheid [v] {zn.}
IJdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid
IJdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid
ijdelheid [v], vruchteloosheid [v] {zn.}
ijdelheid [v]
vruchteloosheid [v] {zn.}
ijdelheid [v], frivoliteit [v] {zn.}
ijdelheid [v]
frivoliteit [v] {zn.}
ijdelheid [v] (de ~), gemaaktheid [v], gekunsteldheid [v], praalzucht {zn.}
ijdelheid [v] (de ~)
gemaaktheid [v]
gekunsteldheid [v]
praalzucht {zn.}
ijdelheid [v] (de ~), ijdeltuiterij {zn.}
ijdelheid [v] (de ~)
ijdeltuiterij {zn.}
verbeelding [v] (de ~), ijdelheid, hoogmoed [m] (de ~), arrogantie [v] (de ~), inbeelding [v] (de ~), eigendunk [m] (de ~), zelfingenomenheid, zelfgenoegzaamheid, verwatenheid, sufficiëntie, hovaardij [v] (de ~), hovaardigheid, hooghartigheid {zn.}
verbeelding [v] (de ~)
ijdelheid
hoogmoed [m] (de ~)
arrogantie [v] (de ~)
inbeelding [v] (de ~)
eigendunk [m] (de ~)
zelfingenomenheid
zelfgenoegzaamheid
verwatenheid
sufficiëntie
hovaardij [v] (de ~)
hovaardigheid
hooghartigheid {zn.}
Zijn arrogantie is niet langer te verdragen.
Zijn arrogantie is niet langer te verdragen.
Hij heeft een zeer levendige verbeelding.
Hij heeft een zeer levendige verbeelding.