Vertaling van jasje
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
jasje , colbert , buis {zn.}
jasje
colbert
buis {zn.}
colbert
buis {zn.}
Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
Ik vind het rode jasje niet leuk.
Ik vind het rode jasje niet leuk.
jas, jasje {zn.}
jas
jasje {zn.}
jasje {zn.}
Ze gaf hem zijn jas.
Ze gaf hem zijn jas.
Er zitten knopen op het jasje.
Er zitten knopen op het jasje.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
Ik vind het rode jasje niet leuk.
Ik vind het rode jasje niet leuk.
Er zitten knopen op het jasje.
Er zitten knopen op het jasje.