Vertaling van kamer

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kamer, vaatje, tonnetje {zn.}
kamer
vaatje
tonnetje {zn.}
De kamer was warm.
De kamer was warm.
Hoeveel kost de kamer?
Hoeveel kost de kamer?
kamer, hartkamer, holte {zn.}
kamer
hartkamer
holte {zn.}
Hoeveel kost een kamer?
Hoeveel kost een kamer?
Kamer te huur.
Kamer te huur.
kamer, kamertje [o],  {zn.}
kamer
kamertje [o]
 {zn.}
Zij woont in een klein kamertje, die zij deelt met een andere student.
Zij woont in een klein kamertje, die zij deelt met een andere student.
kamer, hartkamer {zn.}
kamer
hartkamer {zn.}
Hij verliet de kamer.
Hij verliet de kamer.
kamer [v], vertrek [o], lokaal [o] {zn.}
kamer [v]
vertrek [o]
lokaal [o] {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

De kamer was warm.

De kamer was warm.

Hoeveel kost de kamer?

Hoeveel kost de kamer?

Hoeveel kost een kamer?

Hoeveel kost een kamer?

Kamer te huur.

Kamer te huur.

Hij verliet de kamer.

Hij verliet de kamer.

De kamer van Mr. Johnson was een grote kamer.

De kamer van Mr. Johnson was een grote kamer.

Deze kamer is groot genoeg.

Deze kamer is groot genoeg.

Heb je een eigen kamer?

Heb je een eigen kamer?

Mayuko kwam de kamer binnen.

Mayuko kwam de kamer binnen.

Ik moet een kamer huren.

Ik moet een kamer huren.

Haar kamer heeft rode muren.

Haar kamer heeft rode muren.

Hij ging zijn kamer binnen.

Hij ging zijn kamer binnen.

Hij keek de kamer rond.

Hij keek de kamer rond.

John liep de kamer in.

John liep de kamer in.

De kaarsen verlichtten de kamer.

De kaarsen verlichtten de kamer.


Gerelateerd aan kamer

vaatje - tonnetje - hartkamer - holte - kamertje - - vertrek - lokaal