Vertaling van klonteren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
klonteren {ww.}
klonteren {ww.}
hij/zij/het klontert
zij klonteren
hij/zij/het klontert
zij klonteren
» meer vervoegingen van klonteren
stollen, klonteren {ww.}
stollen
klonteren {ww.}
klonteren {ww.}
hij/zij/het klontert
zij klonteren
ik stol
hij/zij/het stolt
zij stollen
ik stol
» meer vervoegingen van stollen
coaguleren, uitvlokken, klonteren {ww.}
coaguleren
uitvlokken
klonteren {ww.}
uitvlokken
klonteren {ww.}
hij/zij/het coaguleert
zij coaguleren
hij/zij/het klontert
hij/zij/het coaguleert
zij coaguleren
hij/zij/het coaguleert
» meer vervoegingen van coaguleren