Vertaling van later

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
later {bw.}
later {bw.}
later, op een later tijdstip {bw.}
later
op een later tijdstip {bw.}
later {bw.}
later {bw.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Kan ik later terugbellen?

Kan ik later terugbellen?

Hij stierf enkele uren later.

Hij stierf enkele uren later.

Ik bel je later terug.

Ik bel je later terug.

Ik bel je later vandaag.

Ik bel je later vandaag.

Later zal ik voor mijn ouders zorgen.

Later zal ik voor mijn ouders zorgen.

Laten we dat probleem later bespreken.

Laten we dat probleem later bespreken.

Zijn moeder stierf vier jaar later.

Zijn moeder stierf vier jaar later.

We zullen er later over praten.

We zullen er later over praten.

De oorlog begon drie jaar later.

De oorlog begon drie jaar later.

Hij kwam drie dagen later terug thuis.

Hij kwam drie dagen later terug thuis.

Hij kwam twee dagen later weer terug.

Hij kwam twee dagen later weer terug.

Drie uur later kwam hij terug thuis.

Drie uur later kwam hij terug thuis.

Hij ging drie uur later naar huis.

Hij ging drie uur later naar huis.

Zou je misschien later kunnen terugbellen?

Zou je misschien later kunnen terugbellen?

Ze komen gewoonlijk later thuis dan wij.

Ze komen gewoonlijk later thuis dan wij.


Gerelateerd aan later

op een later tijdstip