Vertaling van nagalmen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
nagalmen {ww.}
nagalmen {ww.}
hij/zij/het zal nagalmen
hij/zij/het zal nagalmen
zij zult nagalmen
hij/zij/het zal nagalmen
hij/zij/het zal nagalmen
zij zult nagalmen
» meer vervoegingen van nagalmen
echoën, resoneren, weerklinken, naklinken, naijlen, nagalmen, weergalmen {ww.}
echoën
resoneren
weerklinken
naklinken
naijlen
nagalmen
weergalmen {ww.}
resoneren
weerklinken
naklinken
naijlen
nagalmen
weergalmen {ww.}
ik zal echoën
ik zou echoën
jij zult echoën
ik zal echoën
ik zou echoën
jij zult echoën
» meer vervoegingen van echoën