Vertaling van omhullen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
woelen, toestoppen, inwikkelen, omhullen, hullen {ww.}
woelen
toestoppen
inwikkelen
omhullen
hullen {ww.}
toestoppen
inwikkelen
omhullen
hullen {ww.}
ik hul
jij hult
hij/zij/het hult
ik woel
jij woelt
hij/zij/het woelt
» meer vervoegingen van woelen
inkapselen, omsluieren, omhullen {ww.}
inkapselen
omsluieren
omhullen {ww.}
omsluieren
omhullen {ww.}
ik kapsel in
jij kapselt in
hij/zij/het kapselt in
ik kapsel in
jij kapselt in
hij/zij/het kapselt in
» meer vervoegingen van inkapselen