Vertaling van onvrij
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gebonden, niet vrij, onvrij {bn.}
gebonden
niet vrij
onvrij {bn.}
niet vrij
onvrij {bn.}
gevangen, onvrij {bn.}
gevangen
onvrij {bn.}
onvrij {bn.}
onvrij, gebonden {bn.}
onvrij
gebonden {bn.}
gebonden {bn.}
horig, onvrij {bn.}
horig
onvrij {bn.}
onvrij {bn.}