Vertaling van onzin

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
onzin, zottenpraat, zottenklap, zever, nonsens, gekheid [v] {zn.}
onzin
zottenpraat
zottenklap
zever
nonsens
gekheid [v] {zn.}
Onzin.
Onzin.
Zeg geen onzin!
Zeg geen onzin!
onzin, larie {zn.}
onzin
larie {zn.}
Zeg geen onzin!
Zeg geen onzin!
Wat hij zegt is complete onzin.
Wat hij zegt is complete onzin.
onzin [m] (de ~), dwaasheid [v] (de ~), zotternij, zottigheid, waanzin [m] (de ~), zotheid, ongerijmdheid, potsierlijkheid, idiotisme, ineptie, idiotie [v] (de ~), gekte [m] (de ~), gekkenwerk [o] (het ~), absurditeit [v] (de ~), gekheid [v] (de ~) {zn.}
onzin [m] (de ~)
dwaasheid [v] (de ~)
zotternij
zottigheid
waanzin [m] (de ~)
zotheid
ongerijmdheid
potsierlijkheid
idiotisme
ineptie
idiotie [v] (de ~)
gekte [m] (de ~)
gekkenwerk [o] (het ~)
absurditeit [v] (de ~)
gekheid [v] (de ~) {zn.}
Kunstmatige intelligentie kan niet tegen natuurlijke dwaasheid op.
Kunstmatige intelligentie kan niet tegen natuurlijke dwaasheid op.
Datgene dat je hebt gezegd is complete onzin.
Datgene dat je hebt gezegd is complete onzin.
onzin [m] (de ~), dwaasheid [v] (de ~), nonsens [m] (de ~), wijvenpraat, lariekoek [m] (de ~), leuterpraat, kul, kwezelarij, gekwek, kletspraat [m] (de ~), gekakel [o] (het ~), gekkenpraat, gebeuzel, ge-o-ha, flauwekul [m] (de ~), zottenpraat, gelul [o] (het ~), bullshit [m] (de ~), geneuzel, kolder [m] (de ~), geouwehoer, kwatsch, geraaskal, larie [v] (de ~), gewauwel, leuterkoek, gezwam [o] (het ~), lulkoek [m] (de ~), gezwets, quatsch [m] (de ~), shit [m] (de ~), zever [m] (de ~), apekool [m] (de ~), klets [m] (de ~), beuzelarij [v] (de ~), geklets [o] (het ~), kletskoek [m] (de ~) {zn.}
onzin [m] (de ~)
dwaasheid [v] (de ~)
nonsens [m] (de ~)
wijvenpraat
lariekoek [m] (de ~)
leuterpraat
kul
kwezelarij
gekwek
kletspraat [m] (de ~)
gekakel [o] (het ~)
gekkenpraat
gebeuzel
ge-o-ha
flauwekul [m] (de ~)
zottenpraat
gelul [o] (het ~)
bullshit [m] (de ~)
geneuzel
kolder [m] (de ~)
geouwehoer
kwatsch
geraaskal
larie [v] (de ~)
gewauwel
leuterkoek
gezwam [o] (het ~)
lulkoek [m] (de ~)
gezwets
quatsch [m] (de ~)
shit [m] (de ~)
zever [m] (de ~)
apekool [m] (de ~)
klets [m] (de ~)
beuzelarij [v] (de ~)
geklets [o] (het ~)
kletskoek [m] (de ~) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Onzin.

Onzin.

Zeg geen onzin!

Zeg geen onzin!

Zeg geen onzin!

Zeg geen onzin!

Wat hij zegt is complete onzin.

Wat hij zegt is complete onzin.

Datgene dat je hebt gezegd is complete onzin.

Datgene dat je hebt gezegd is complete onzin.

Dit is onzin!

Dit is onzin!

Hij raakte zo opgewonden dat hij onzin uitkraamde.

Hij raakte zo opgewonden dat hij onzin uitkraamde.