Vertaling van oppoken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
porren, oprakelen, poken, oppoken {ww.}
porren
oprakelen
poken
oppoken {ww.}
oprakelen
poken
oppoken {ww.}
ik zal oppoken
ik zou oppoken
jij zult oppoken
ik zal porren
ik zou porren
jij zult porren
» meer vervoegingen van porren