Vertaling van oprisping

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
boer [m], oprisping [v] {zn.}
boer [m]
oprisping [v] {zn.}
Mijn opa was boer.
Mijn opa was boer.
Hij wilde boer worden.
Hij wilde boer worden.
renaissance, wederopbloei, wedergeboorte, regeneratie [v] (de ~), oprisping, opbloei, hernieuwing, revival [m] (de ~), opleving [v] (de ~) {zn.}
renaissance
wederopbloei
wedergeboorte
regeneratie [v] (de ~)
oprisping
opbloei
hernieuwing
revival [m] (de ~)
opleving [v] (de ~) {zn.}
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
regurgitatie, rejectie, oprisping [v] (de ~) {zn.}
regurgitatie
rejectie
oprisping [v] (de ~) {zn.}