Vertaling van orgelpijp

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
orgelpijp {zn.}
orgelpijp {zn.}
pijp, orgelpijp [m] (de ~) {zn.}
pijp
orgelpijp [m] (de ~) {zn.}
Hij zat daar een pijp te roken.
Hij zat daar een pijp te roken.


Gerelateerd aan orgelpijp

pijpbuis