Vertaling van overjas
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
jas , overjas {zn.}
jas
overjas {zn.}
overjas {zn.}
Ze gaf hem zijn jas.
Ze gaf hem zijn jas.
Ze wilt een paarse jas.
Ze wilt een paarse jas.
opperkleed, overjas, bovenkleed {zn.}
opperkleed
overjas
bovenkleed {zn.}
overjas
bovenkleed {zn.}
ballon , condoom , sok, overjas, kapotje {zn.}
ballon
condoom
sok
overjas
kapotje {zn.}
condoom
sok
overjas
kapotje {zn.}
Heb je een condoom?
Heb je een condoom?
Heb je een condoom?
Heb je een condoom?
mantel , pardessus, overjas {zn.}
mantel
pardessus
overjas {zn.}
pardessus
overjas {zn.}
Ze droeg een blauwe mantel.
Ze droeg een blauwe mantel.