Vertaling van politie
wet
prinsemarij
politiemacht
politieapparaat
politie-apparaat
kit
hermandad {zn.}
politieagent
agent
wout
tuut
smeris
sjouter
rakker
politiebeambte
diender
juut
klabak
glimmerik
gerechtsdienaar
flic
flik
politieambtenaar
pandoer
bout {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Waar was de politie?
Waar was de politie?
Arresteerde de politie Tom?
Arresteerde de politie Tom?
Zal de politie komen?
Zal de politie komen?
Hij meldde zijn ongeval bij de politie.
Hij meldde zijn ongeval bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
De politie heeft het gebouw omsingeld.
De politie heeft het gebouw omsingeld.
De politie verdenkt hem van bankroof.
De politie verdenkt hem van bankroof.
Ik wil de politie niet bellen.
Ik wil de politie niet bellen.
De politie vermoedt dat hij loog.
De politie vermoedt dat hij loog.
De politie doet onderzoek naar de moord.
De politie doet onderzoek naar de moord.
De politie onderzoekt de oorzaak van het ongeval.
De politie onderzoekt de oorzaak van het ongeval.
De politie heeft de inbreker op heterdaad opgepakt.
De politie heeft de inbreker op heterdaad opgepakt.
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
De politie trof de politicus dood aan in zijn kamer.
De politie trof de politicus dood aan in zijn kamer.
De politie beschouwd zijn dood als een moordgeval.
De politie beschouwd zijn dood als een moordgeval.