Vertaling van radix

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wortel [m], stam [m], radix {zn.}
wortel [m]
stam [m]
radix {zn.}
Het konijn eet de wortel.
Het konijn eet de wortel.
Geld is de wortel van alle kwaad.
Geld is de wortel van alle kwaad.
wortel [m] (de ~), wortelgetal, radix {zn.}
wortel [m] (de ~)
wortelgetal
radix {zn.}
Wat is de wortel van 100?
Wat is de wortel van 100?
De haas stal een wortel uit de tuin.
De haas stal een wortel uit de tuin.


Gerelateerd aan radix

wortel - stam - wortelgetalgetal