Vertaling van rinkinken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
rinkelen, overgaan, tringelen, rinkinken, klingelen {ww.}
rinkelen
overgaan
tringelen
rinkinken
klingelen {ww.}

hij/zij/het klingelt
zij klingelen
ik ga over

hij/zij/het gaat over
zij gaan over
ik ga over
» meer vervoegingen van overgaan

Ik hoorde de telefoon rinkelen.
Ik hoorde de telefoon rinkelen.


Gerelateerd aan rinkinken

rinkelen - overgaan - tringelen - klingelenuitklinken