Vertaling van ruwen
Nederlands
Nederlands
ruwen {ww.}
ruwen {ww.}
ik ruw
jij ruwt
hij/zij/het ruwt
ik ruw
jij ruwt
hij/zij/het ruwt
» meer vervoegingen van ruwen
ik ruw
jij ruwt
hij/zij/het ruwt
ik ruw
jij ruwt
hij/zij/het ruwt
» meer vervoegingen van ruwen