Vertaling van scheiding

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
scheiding [v] {zn.}
scheiding [v] {zn.}
Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.
Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.
scheiding [v] {zn.}
scheiding [v] {zn.}
scheiding [v], echtscheiding [v] {zn.}
scheiding [v]
echtscheiding [v] {zn.}
De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding.
De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding.
scheiding [v], haarscheiding [v] {zn.}
scheiding [v]
haarscheiding [v] {zn.}
scheiding [v] {zn.}
scheiding [v] {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.

Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.

Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.

Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.


Gerelateerd aan scheiding

echtscheiding - haarscheiding